|
|
|
Bijna een eeuw lang heeft het
Kurhaus niet alleen het gezicht van Scheveningen als badplaats bepaald, maar ook
dat van een groot deel van de Westeuropese kust. Glorie en rampspoed waren zijn deel.
Reeds een jaar na de bouw in 1886 verwoestte een brand het gebouw, dat mede een voortzetting
was van de eerste officiële aanzet tot een moderne badplaats: het gemeentelijke
badhuis. Negen maanden later praalde het weer op dezelfde plaats en pas bij de restauratie
bleek, dat het gebouw minder hecht was doortimmerd dan velen dachten.
Het Kurhaus dreigde in de jaren zeventig naar de slachtbank te worden gevoerd. Scheveningen
kwijnde, vernieuwingsdrang greep om zich heen, maar vooral onder druk van de publieke
opinie bleef het behouden. Bijna een wonder. Een dergelijke actie, die indertijd
in Parijs voor de beroemde hallen is gehouden, was immers gedoemd te mislukken. En
zo zijn talrijke voorbeelden te noemen van verloren cultuurbezit.
Dit boek wil niet alleen een historische schildering zijn. Het getuigt ook tegen
het steeds maar weer opduikende streven, alles wat eens waarde had en nog steeds
kan hebben, tegen de grond te gooien. Het herrijzenis van het Kurhaus bewijst, dat
het verleden niet dood hoeft te zijn, maar ook best recht heeft op een plaatsje in
de toekomst.
Kurhaus, baken van Scheveningen
Van: Noel van Dompseler en Coos Versteeg
135 pagina's
Formaat: 27,5 x 22 cm
Uigever: Haagsche Courant
Mogelijk verkrijgbaar in antiquariaten of via internet.
|
|
|
|